Toen ik de New Girl-aflevering zag waarin Jess, Nick, Schmidt, Cece en de anderen elkaar vertelden over hun eerste keer, nam ik een besluit. Met wie mijn eerste keer ook zou zijn, het moest en zou een goed verhaal worden. Een avond die het waard is om na te vertellen zodat ik net als Cece – en in tegenstelling tot de rest – tevreden terug zou kunnen denken aan mijn ontmaagding.
In mijn vriendinnengroep waren de meesten óf net ontmaagd door hun eerste vriendje óf aan het wachten met sex tot ze een leuk vriendje zouden hebben met wie ze zo’n speciaal, spannend en onzeker moment zouden durven delen. Ik daarentegen had totaal geen interesse in een vriend, maar het leek me wel prettig om de vent die mijn cherry zou gaan poppen op z’n minst te kennen zodat ik me op mijn gemak zou voelen. Het enige waar ik nog over twijfelde was of ik de gozer in kwestie tegen die tijd zou inlichten over het feit dat hij de allereerste zou zijn met wie ik het bed wilde delen.
Met dit wensenlijstje in mijn achterhoofd ging ik rustig aan op zoek naar mijn “goede verhaal”. De maanden gingen voorbij en inmiddels werkte ik in een groot hotel. We hadden een gezellig, jong team met lieve meiden en knappe jongens die allemaal wel van een feestje hielden. Elk excuus werd dan ook met beide handen aangegrepen om voor de zoveelste keer met het team op kroegentocht te gaan.
Dit keer ging onze stagiair het team verlaten. Max was een lange, Nederlandse jongen die van hiphop en slechte grappen hield. Ondanks dat hij de stagiair was, kende hij het hotel van binnen en van buiten en kon hij je altijd met alles helpen. Stagiair klinkt natuurlijk als een piepjong guppie en dat klopte in dit geval ook wel. Max was 18 jaar en daarmee één jaartje jonger dan ik.
Voor Max zijn afscheidsavondje ontmoetten we elkaar op Rembrandtplein. Tegenwoordig ben ik vaker op Leidse te vinden, maar tot mijn 20e stond ik trouw elk weekend op het Rembrandtplein mijn zuur verdiende fooi uit te geven. Als we richting de Heeren van Amstel lopen realiseer ik me dat alle dames afgezegd hebben en dat ik alleen op pad ben met Max en nog twee van mijn mannelijke collega’s. Ik trek mijn schouders en bedenk me dat het toch niet echt uitmaakt, gezien ik heus wel op het mannentempo kan meedrinken.
Eenmaal binnen vliegen de biertjes en shotjes Jägermeister me om de oren. Bij het vierde rondje begint de moed me al een beetje in de schoenen te zinken en moet ik toegeven dat ik mezelf en mijn alcoholtolerantie flink overschat heb. Ondanks dat al mijn favo Hazes nummers gedraaid worden en mijn collega’s veel te gezellig aan het dansen zijn, merk ik dat ik misselijk begin te worden. Ik verdwijn ongemerkt naar de wc in de kelder, doe vakkundig mijn haar in een staartje, steek mijn vinger in mijn keel en ren vervolgens met kauwgom in m’n mik en een opgelucht gevoel weer naar boven.
Na mijn kotspauze besluit ik de rest van de avond de shotjes over te slaan, maar toch ben ik twee uur later goed dronken. Als ik met Max sta te dansen, biedt hij aan om me naar huis te brengen wat me eigenlijk wel een heel goed idee lijkt. We zeggen de andere boys gedag, pakken onze spullen en lopen dan door de stromende regen naar mijn fiets.
Max maakt mijn slot los, haalt de fiets uit het rek en stapt op. Terwijl hij heel rustig begint te fietsen probeer ik achterop te springen, wat helaas een stuk moeilijker is met tien bier achter de kiezen. Na drie gênante pogingen lukt het dan toch en zit ik zowaar achterop bij Max op mijn eigen fiets. Hij slingert even maar herstelt zich dan vrij goed en zo fietsen we de stad door.
Als we langs de gracht fietsen, loopt er een jongen op het fietspad waar Max met een grote boog omheen gaat. Wat er vervolgens precies gebeurde heb ik nooit helemaal begrepen maar op de één of andere manier raakte Max zijn balans kwijt. Als een malle slingeren we rakelings langs de waterkant over de weg. Van schrik spring ik van de fiets af en lands op mijn kont op het zeiknatte, modderige fietspad. Vaag hoor ik een keiharde plons en als ik opkijk is Max nergens te bekennen.
Wegens de schrik begin ik keihard te huilen. Het lijkt wel alsof ik daar al een halfuur zit als ik op mijn schouder getikt word door de jongen die we net gepasseerd zijn. “Zat jij niet net op een fiets?” vraagt hij bezorgd. Door mijn heftige huilbui kan ik niet eens meer normaal antwoord geven en wijs alleen maar naar de gracht waar Max zojuist in geplonsd is met fiets en al. De jongen kijkt me geschrokken aan om vervolgens weer naar het water te kijken.
Eindelijk zien we dan Max zijn koppie boven water komen. Van opluchting moet ik zo mogelijk nog harder huilen en kom ineens in een soort heldere crisismanagement modus. Max zwemt naar de kant terwijl de jongen die naast me staan zijn hand probeert uit te steken. De kant is veel en veel te hoog en even lijkt het erop dat we Max nooit het water uit zullen krijgen tot ik aan de overkant een bootje zie liggen. “Max!” blèr ik naar mijn half verzopen collega “Zwem naar dat bootje! Probeer de overkant te halen, snel!”
In het water zie ik dat Max zich langzaam maar zeker omdraait en naar het bootje probeert te zwemmen. Ik grijp de jongen naast me bij zijn mouw en samen rennen we terug naar de dichtstbijzijnde brug om zo naar de overkant te komen. We springen van de kant de sloep in waar Max met man en macht heen probeert te zwemmen. Als hij ons eindelijk bereikt, is hij al zo koud dat zijn lichaam bijna helemaal stijf is. Samen met de jongen hijs ik Max het bootje in en geef hem een mega knuffel als we hem eindelijk weer op het droge hebben.
Er komt een koppel op ons afgesneld dat op me begint in te praten dat Max zo snel mogelijk onder een hete douche gezet moet worden omdat hij volledig onderkoeld is. Aangezien we om de hoek van mijn vaders huis zijn, bel ik midden in de nacht mijn stiefzusje met de vraag of ze over vijf minuten de deur voor me wil open doen. Toevallig geeft ze die avond een huisfeestje en is ze dus nog wakker.
Wanneer we vies en nat van alle modder en regen het feestje binnenkomen, kijkt iedereen ons aan alsof we aliens zijn. Ik laat Max zien waar de douche is en ga vervolgens bij mijn zusje en haar vrienden zitten om uit te leggen wat er zojuist gebeurd is. Na een halfuurtje komt Max met een handdoek om de trap af gestrompeld. Hij kijkt om zich heen en voordat ik hem kan vragen of hij zich al wat beter voelt zegt hij: “Vertel me alsjeblieft dat iemand een peuk voor me heeft.” Terwijl er een sigaretje geregeld wordt, lach ik tevreden. Max is in ieder geval weer helemaal de oude.
Mijn stiefzusje biedt Max en mij het bed van onze ouders aan waar hij volmondig ‘ja’ op antwoord. “Was al bang dat ik in dit handdoekie terug naar huis zou moeten lopen.” zegt Max lachend. Ik spring snel nog even onder de douche om alle regen en modder uit mijn haar te wassen en kruip vervolgens naast Max in bed. Nog half in shock van deze superrare avond en zenuwachtig voor wat er komen gaat draai ik me gespannen naar hem toe. We zoenen, hij likt me en voor ik het weet ligt hij bovenop me en voel ik een stekende pijn. ‘Dit is het dan,’ denk ik. Deze bizarre avond kan ik nu de rest van mijn leven vertellen als mijn “goede verhaal”.
